»DE KLEI« — klodder, wel verdient overwogen te worden (waarom ook dat niet?). Dit overwegen van overwegingen ontsluit voor ons onafzienbare perspectieven. De heer Stübben, hoewel bij voorbaat, overwogen, het houvast Onze tijd houdt aan vraagstukken vast. Waarom zou men van een weg, welke langs den vijver in den Haag komen moet geen vraag* stuk maken? Aan een vraagstuk kan men zoo heerlijk lang sabbelen. Een weg, wat is een weg? Een vraagstuk wordt zelden een weg. Omdat een weg maar een weg is, dacht de heer Stübben moeten we, daar we toch als vaststaand feit met een vraagstuk te doen hebben, het geval ook als een vraagstuk oplossen. Gegeven: a) Er is een Gevangenpoort. b) De poort is te eng voor het verkeer c) Sedert lang poogt een afdeeling politie het verkeer te verbreeden Als toelichting moge dienen, dat de poort aan beide zijden door onregelmatige bebouwing, welke nu aan de waterkant verdwenen is, was ingesloten. Gevraagd: Ter plaatse moet komen: een weg van 36meter breed. Nadat de candidaat intusschen een beroemd boek over stedenbouw geschreven heeft, wordt het nieuwe vraagstuk geboren. De theorieën over afbraken hadden zich intusschen 5 maal omgedraaid, de snelheden der verkeersmiddelen zijn vertienvoudigd en daar iedereen vliegt zijn de straten leeg . . . Het nieuwe vraagstuk betreft een luchtboog open en tevens dicht. Verschillende argumenten tegen het plan Bakker*Schut vervallen nu van zelf. Van den vijver wordt veel, veel, veel minder gedempt, terwijl het vanzelf spreekt, dat de beslotenheid er zeer, zeer, zeer door kan winnen aldus wederom de heer H. Th. Geen wonder, dat het »Zentralblatt der Bauverwaltung« (dat tegelijk . . .) zijne traditie ge* trouw blijft om door bevoegde medewerkers belangwekkende onderwerpen te doen be* handelen. Ir. Bakker*Schut gelooft echter nog altijd, dat men een historische nieuwbouw en een ge* vangenpoort harmonisch kan doen aansluiten. (Schön, lassen wir ...) C. VAN EESTEREN re' 3 CO 2 e 3. o e Oq CO W ‘UÜ 3 O 3 ft re ju <5 O 3 CO ft O c ju re» N H3 > i-C 5 3 J> re crq 3 3 3 O ft 3 * EL 3 n O v i-i & EL 3 <T> 3 2-' BL rS' C ^' 13 O £3 3 ** B-1 re» E-* Cf ft' ft wQ i-Q re 3 . re ju CT Ju O < c ff £T < ff 2 5- < ^ o ft 3 SU C/3 ft re £3 re CU N < o 3 ft re 3* N a 3 re re Ó-» | S 1 re ft 3 1/3 ^ n Cu £T re o C/3 ►— 3- O o T9 ft .. £r □ JU H 1/3 O QJ n> 3 ft' x cu ö. 2 ff' i-t co ft' ft ff' 2. ft- re £3 co CTQ Ju su 3 EL «o re n O re ^3 1 BT re Ei f5 ff 2 ft re' ® 3 L X 2 ft O 3 >-t re £3 re ^ 3 < C_ o a 3 re w re Er I £3 co O O CTQ n 3 o o re ft ft ft O O Cu re N re O C- ft ft? ^ 2' re <- 3. S* ? 8 re I re “w g ; o I i-j i—. Ju re ~ sr re £3 crq __ Ju re oq c/3 re O 2 K ' 3 Cu £3 ff V-. __ ff JU 3 3 re co 3 JU 3. ö. o ft c I ö 2^ 3 ftf SS re ff' O) 22 re 3 ff ff I JU' ^ CU rt' 3 o 3 3 Cu §5 n» 3 crq 2 1-Q 2 3 re ju < C re» re» re ff' co O ju ft 3 co co Oï & tr o ïl ft5 er ff' o re B Z 3 re re re q_ ft O. fh co re re 3 3 cu ft 3 « re Cu — h-. su re ju 3 3 3 re ft 2. * r+- CV' 3 22 3 cr re re" ö. 3 re 2. B B w“ CU ft: 33 3 O Cu re^ 3 <1 ft O ft £ft l-! . ff' ft co 3 ff n 7 = 3 co < C £ft re re co ft: ft c re ft f-s ft: ê. 3 re re N N ftl 3 O ft re re 2 ft ff 3 c/3 re re <■+• i-s re ff re ft O 3 i-i n 3 ^ § El , re l ^-30 o o- c Crq _ ft co re crq 3 3 re ff' ff i-s O 3 1 CU 3 ju O , , ft re 3 CU Ju re C/f < O 3 J£. ff ^ co O ft 3 ff' 2- ( 2. ff rc- O O 3 3 2? | 1-s 3 re co re re 3 5/5 3 ju i- 1 - re> < O 3 co co