- 
ROLAND HOLST „Het Doode Punt“ 
TABLEAU DADA 
•N3aSa1SM3A 3C1N3T131VZ 4.3ZM3A NVA WV3A3a 
13Zy3ANVAU!VlA3Q dO^WIS 3QMTT1 f Jt 
LU 
sU 
0) 
OC 
1L 
lil 
'UI 
OC 
o 
z 
ü 
o 
H u 
m> m 
r H 
o -ö 
o 
m ö 
0) en 
£C 
■ 
z 
2 i 
a <d 
« c 
a c 
3 'S 
+• £ 
a 
o« 
* E 
„Inderdaad is het niet onaardig eens te vernemen, welke spartelingen deze afgetobde Europeanen 
maken om te ontkomen aan de consequentie, welke hun het volstrekte relativisme-contradictio 
in adjecto overigens-stelde en die neerkomt op een luidruchtige manifestatie van het doode punt, 
waarop zich de westersche geest en zijn beschaving bevindt in deze jaren. 
Daarom is deze beweging belangrijk. Zij registreert nauwkewrig de afval van eenigedecennieën 
cultuur, zij betoont zich — n’en déplaise den heer van Doesburg krachtens haar absolute in 
differentie ten opzichte van het onder — en bovenmaansche volkomen destructief: vernietigt 
zich zelf alzoo mede; blijkt voor het dilettantisme tenslotte en veilige haven (veilig voor 
zich zelf en voor de Muze) en eervolle dood. Wat wilt ge meer? 
(„De Nieuwe Kroniek“ 25.Jan. 1925) 
COMPOTES 
De heer Roland Holst, die zijn kunstsalade garneert met de kliekjes der Renaissance, 
der bourgeois-kultuur, de restantjes van Biedermeier, Toorop en ... de Stijl houdt 
er, behalve zijn Kunst, nog de kannibalistische liefhebberij op na, te pogen de mo- 
dernisten (voor hem gespecialiseerd in den persoon van van Doesburg) met huid 
en haar op te peuzelen. ( .) Het gelukte hem echter nog niet Scarlets 
den gepantserden schedel van van Doesburg in te slaan. De heer R. H. moest zich 
dientengevolge tevreden stellen met v. D’s excrementen. 
KST 
Maar ook deze liggen hem als steenen in de maag. De heer v. D. is voornemens den 
heer R. H. (Holland op z’n holst) een nieuw gebit en een paar nieuwe hoefijzers ten 
geschenke te geven. V. H. 
lOSSVIAI 30 3 3 d 3 I d 
•aisaod / o / Jidnos ajpea anajBijjuaA 
aiffnoq ajjaiunnB^ xnohq 
aisaod o suosjBiu ap sjjoj 
sassnoff sap jnoff iib juasui.s uo aBg 
sind affuBJO aSusj ap xnaAaip 
juassnodaa au anb sipBJBd a[ 
jinu B] jmu inb juaA np 3UB[q nB 
assnoiua.s anbB[ pano] no aaanog 
3 LU 9 O d