13
Alles wat gebaren toelaat wat, aanspraak maakt op
afmeting ruimte tijd en geld is gevuld met microben
die vroeg of laat hun reageerende uitwerking doen gelden.
Gij kunt u geen oogenblik en nergens onttrekken aan het
vijandige tegenbeeld uwer „geestelijke” (o parodie der
paradijsparade) proefnemingen. Gij kunt u tevreden stel
len met lauwe wasschingen (= poësie) met fazanten van
gekleurd blik (= religie), een middeneeuwsch kerkraam als
bril (= kunst), de horizontaalstaande wip (= philosofie) en
nog vele andere, afleidingen, de kanker in uw hart breidt
zich onvermijdelijk uit. Honderden generaties hebben zich
afgetobd dezen kanker te bezweren — te overwinnen — per
ken te stellen, niet bemerkend dat hun hersenen en ook de
inhoud hunner aspiraties vergiftigd waren met dezelfde
kankerbaccillen. Dada voert een strijd tegen de heer
schappij van het VUIL, zich daarin onderscheidende van de
impressionisten, die zich met het Vuil verzoend hadden.
Geheele generaties hebben gretig de verderfelijke uitwas-
semingen der philosofie, der godsdienst en der kunst in-
geademd, meenende dat de katapepsis, welke daarvan het
gevolg was de ware levenstoestand was.
Wij neo-vitalisten, dadaïsten, destructieve constructivisten
hebben het geheele etterveld, dat het lichaam der wereld
verbergt bloot gelegd roepende: „Kijk kijk kijk hier hier
hier niets niets niets.” Zonder gummiestok boven ons hoofd
zouden wü de rust die wij genieten, verstoord voelen. Wat
wjj echter het veiligst bewaren — zoo leert ons de dada-
sofie — zijn onze slaappoeders. Door zorgvuldig en regel
matig gebruik dezer slaappoeders bemerken wjj niet, dar
het geheele leven, met drekfranje versierd is. Hoe dik ook