HANS ARP
Für Théo van doesburg
Die Schwalbenhode
III
Immer mit dem hammer
Edeldene besen vereden lammer
Ein muskelspiel singt zu klavier
Im schneeschrank brüllt der phosphorstier
Immer mit dem hammer
Edeldene besen vereden lammer
Der siegelschwalben schaumkoloß
Steigt mit den steinen hoch zu roß
Immer mit dem hammer
Edeldene besen vereden lammer
Der feuer* und der wasserschwanz
Erstrahlen im medailenglanz
Immer mit dem hammer
Edeldene besen vereden lammer
Die schwalbenhode rollt heran
Das dadahaus ist aufgetan
9 x B ___
1. De boomen zijn de beenen van het landschap. B.
2. De mensch is goed,
wanneer hij er geen
belang bij heeft
slecht te zijn. Hij is
slecht wanneer het
niet in zijn belang is
goed te zijn. B.
3. De antimakasser is
de graadmeter onzer
kuituur, het sen*
timentalisme, de
speen. B.
4. Ziet ge? B.
5. Ten einde raad
bracht ik het para*
dij s naar de lommerd
Ik ontving daarvoor juist genoeg om mij een brood, een kaars en een flesch inkt te
koopen. B.
6. Bij elke gulp behoort een pantalon. B.
7. Ernst is gevaarlijker dan Syphilis. B.
8. De mensch heeft hersenen ten einde niet te denken. B.
9. Schoonheid is de parodie der werkelijkheid. B.